1980





Painterly realism / malerischer Realismus,
Bureau Beeldende Kunst Buitenland, Amsterdam
Tekst: Gijs van Tuyl, Hans Sizoo, Evert Rodrigo
24 x 21 cm, 44 p.
« terug naar aankopen 1981              «  terug naar Catalogi

Painterly realism / malerischer Realismus (catalogus)

Beweeg de muiswijzer over de afbeelding om p. 33 te zien:
"Het lot van de gek". Olieverf op doek, 1979, 140 x 170 cm
Instituut Collectie Nederland

1 ste Tekst tentoonstellingscatalogus pagina   7:Schilderkunstig Realisme, Hans Sizoo                          
2 de  Tekst tentoonstellingscatalogus pagina 32:Arie van Geest, uit een intervieuw door Evert Rodrigo


Schilderkunstig Realisme

Het tegendeel van een close up zien we in de schilderijen van Arie van Geest, die meestal kinderen laten zien in een ruimte die te groot voor hen lijkt. Te groot, en te leeg, om bescherming te bieden; het zijn ook kinderen waarbij men moeilijk vaders en moeders denken kan. Wereldwijs en op zichzelf betrokken, dikwijls uitgedost in de kinderkledij van 1900, die tegelijk ouwelijk en popperig is; Alice in Wonderland, maar zonder al te veel verwondering.

Arie van Geest werkt bewust een thema uit; het is bovendien een thema, waarvoor hij aanleiding vindt in de literatuur (van Lewis Carroll tot de Comte de Lautréamont).
Desondanks is de ietwat weemoedige poëzie in zijn schilderijen geen vertaling van literaire poëzie. Het is schilderkunst: men ervaart de poëzie niet door het schilderij te lezen maar door te zien.
De meisjes in de taferelen van Van Geest stralen ondanks hun kuise kledij vaak iets uit van een zichzelf onbewuste erotiek.


Arie van Geest  1948

De opbouw van mijn verhaal, mijn manier van denken, is nauw verwant aan Alice in Wonderland van Lewis Carol en de Chants de Maldoror van de Comte de Lautréamont, twee verhalen die erg fantastisch zijn. Dat is voor mij een emotie, daar krijg ik beelden bij die ik schilderkunstig probeer op te roepen. Ik geloof dat het combineren van die beelden de essentie is, maar ze worden gefilterd en wat theatraal aangedikt.

Het definitieve beeld ontstaat in de loop der tijd, heel scherp: ik heb een soort fotootje in mijn hoofd. Maar ook de verhoudingen op het doek, het licht en de sfeer hier in het atelier spelen een belangrijke rol.

Dingen uit mijn directe omgeving, het allerdaagse, dat is de basis. Maar ik probeer niet een anekdotisch schilderij te maken: er wordt een zekere spanning opgeroepen tussen de voorwerpen op het doek. Er is iets gebeurd, maar dat wil ik niet verder aangeven, ik wil niet voor dat gevoel uitkomen. Mijn werk zit eerder bij de droom, dan dat het heel wezenlijk een afbeelding van de werkelijkheid is; het zijn flarden, heel élitair vanuit mijn privé-toestanden. Ik wil heel bewust dat ongrijpbare in mijn werk, iets vaags en onuitgesprokens.

Mijn werk is niet geëngageerd, het is een poging mijn eigen interesse te ontdekken, lijn te brengen in mijn eigen gevoeligheden, een soort 'monologue intérieur'. Ik wil echter absoluut geen moralistische dingen zeggen. ik heb een hekel aan symbolen, maar ben me wel bewust dat ik, door het samenvoegen van elementen, een zekere mystificerende sfeer oproep. Niet oppervlakkig: twee dingen bij elkaar en dan heb je wat.
© Arie van Geest