1998
|
Arie van Geest - Martijn te Winkel, Face à Face
31 januari - 21 februari 1998
Galerie Delta, Rotterdam
Tekst:
Jan van Heemst
21 x 21 cm. 4 p.
Arie van Geest - Martijn te Winkel |
|
« terug naar Catalogi
Beweeg de muiswijzer over de afbeelding om de achterzijde te zien
|
|
Begeleidende tekst van de uitnodiging:
Face à Face, Galerie Delta, Rotterdam
|
Hoeveel caprices kan een tekening verdragen?
Afgelopen zomer besloot Arie van Geest zich aan het avontuur te wagen. Hij wist hoe inventief Martijn te Winkel met bestaand beeldmateriaal kon omgaan: de kunstgeschiedenis, de glamour, de reclame, de actualiteit - niets was voor hem
heilig. Van Geest waardeerde Te Winkels gedreven onbevangenheid. En toen deze hem liet blijken ook wel met zijn werk raad te weten, gaf hij hem vrije hand. Dat wil zeggen, hij stelde Martijn te Winkel een serie tekeningen uit de periode
1989-95 voor een nadere bewerking ter beschikking.
In augustus van dit jaar ontstond er zo een even unieke als intensieve samenwerking tussen de docent (Van Geest) en de student (Te Winkel) van de Rotterdamse Academie van Beeldende Kunsten. In deze korte werkperiode kwam er
een samenhangende serie van 26 tekeningen tot stand. Going at Work vormde het begin, Game Over? het einde. Het vraagteken typeert de gein van het project.
Maar achter het pure plezier gaat een wondere wereld schuil; het toch al zo eigenzinnige universum van Van Geest wordt plotsklaps overspoeld door aliens, door harten en diamanten, Picasso- en Margritte-achtigen, pornografica
en exotica, Monroemanie en Dianarama. Pointes worden gekeerd, perspectieven gedraaid, patronen gekanteld. Ook al hanteren beide kunstenaars een eigen handschrift, het resultaat oogt niettemin uitgebalanceerd. Te Winkel is namelijk
buitengewoon zorgvuldig te werk gegaan; hij parasiteert niet, maar verweeft zijn commentaar op een respectvolle manier met de lijnen die Van Geest had uitgezet.
En Van Geest? Van Geest toont zich een gulle gastheer die zijn privé-domein graag eens voor een vrijpostige gast openzette. In één maand tijds leverde dat de kijker een avontuurlijk doolhof op dat zijn inrichting pas na een aandachtige
beschouwing begint prijs te geven.
Jan van Heemst.
|
|